In totaal werden 42 epidemiologische en 11 experimentele onderzoeken in de beoordeling opgenomen. De meeste onderzoeken vertoonden verschillende methodologische zwakheden die de juistheid van de resultaten beperkten.
Vanwege een gebrek aan consistentie met betrekking tot de uitkomsten en het gebrek aan wetenschappelijke nauwkeurigheid in de meeste beoordeelde onderzoeken, waren er weinig tot onvoldoende bewijselementen voor de effecten van RF-EMV van mobiele communicatieapparatuur op subjectieve symptomen, cognitie (dit betreft de hersenfuncties die nodig zijn voor waarnemen, denken, onthouden en begrijpen van kennis en deze correct toepassen) en gedrag bij kinderen en adolescenten. Data uit de studies inzake de mogelijke effecten op de ontwikkeling in de vroege kinderjaren, hersenactiviteit, kanker en fysiologische parameters werd als ontoereikend beschouwd om conclusies over mogelijke effecten te trekken.
Over het algemeen laten de bewijselementen geen definitieve conclusie toe over het bijzonder risico van de blootstelling aan RF-EMV van mobiele communicatieapparatuur voor kinderen en adolescenten. De auteurs benadrukken dat in toekomstige studies de kwaliteit van de experimenten de klemtoon moet krijgen.